Cellen

Alle levende wezens bestaan uit cellen. Elke cel is verschillend. De ene cel is groot en rond, de ander klein en vierkant. De vorm van de cel hangt af van de taak van de cel. Sommige organismen leven zelfstandig als eencellige, een pantoffeldiertje is een voorbeeld van eencellige organismen. 

Veel organismen bestaan uit meerdere cellen. In meercellige komen ook cellen voor die afzonderlijk van elkaar leven. Een voorbeeld daarvan zijn de bloedcellen. Een groep met dezelfde cellen, zelfde vorm en functie heet een weefsel. Er zijn veel verschillende weefsels, en ieder weefsels heeft zijn eigen taak. 

 

Plantaardige cel 

Op het plaatje zie je een plantaardige cel. De onderdelen van een plantaardige cel zijn:

- een celwand

- een celkern

- een vacuole 

- cytoplasma 

- plastiden (bladgroenkorrels)

- celmembraan

- kernmembraan

Dierlijke cel

Op het plaatje zie je een dierlijke cel. De onderdelen van een dierlijke cel zijn: 

- celmembraan

- kernmembraan

- celkern

- cytoplasma

 

Verschillen/overeenkomsten tussen de dierlijke & de plantaardige cel

De verschillen tussen de dierlijke en de plantaardige cel zijn:

- de dierlijke cellen hebben geen celwand

- de dierlijke cellen hebben ook geen vacuole

- en de dierlijke cellen hebben ook geen plastiden (bladgroenkorrels)

 

De overeenkomsten tussen de dierlijke en de plantaardige cel zijn:

- de dierlijke en plantaardige cel hebben allebei een celkern 

- allebei de cellen hebben ook cytoplasma

- en ze hebben ook allebei een celmembraan en een kernmembraan

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb